Over de indruk die ze in 2010 op mij maakte
Mevrouw van den Hul was de vrouw die dat congres leidde, waarop de facto de Nederlandse Sociaal Democraten zelfmoord pleegde.
Met enthousiaste assistentie.
Ruim 15 jaar geleden schreef ik vrij uitgebreid over deze dame in een stuk met als titel: Een avond met fatsoenlijke Marokkanen. Aandachttrekkend, maar ook gemeend. Die avond was ter gelegenheid van de presentatie van een boek van een jonge vrouwelijke collega van me. We waren docent op dezelfde middelbare school. Zij van Marokkaanse afkomst, ik van een zo Nederlands arbeidersmilieu als je je maar kunt bedenken.
Die bijzondere avond vond plaats in een Marokkaans jongerencentrum in Amsterdam. Ik bevond me tussen zo’n 150 mensen van Marokkaanse afkomst en circa dertig anderen. Er waren strak gehoofddoekte meisjes maar ook volstrekt seculiere mensen. Als vanzelf gingen mijn gedachten af en toe ook terug naar twee andere bijeenkomsten met veel of uitsluitend bezoekers van Marokkaanse achtergrond.
De eerste daarvan was een vertoning van het programma Rondom Tien op de treurbuis. Joost Niemöller deed er destijds gedetailleerd verslag van op zijn website. Hij ..
.. zag en hoorde wanhoop, onmacht, agressie, volslagen gebrek aan discipline, desinteresse, verbaal onvermogen, gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, oeverloze chaos, grimmige gezichten, geen humor, en geen licht aan het einde van de tunnel. Het was echt heel erg.
Hoe anders verliep deze avond!
Toen een van de forumleden vertelde dat hij zich volledig Nederlander voelde, geen Marokkaans paspoort had en het ook niet wilde hebben, volgde wel enig boegeroep maar dit verstomde heel snel: er was geen sprake van dat hem het spreken onmogelijk werd gemaakt.
De onvermijdelijke imam, een ‘jongerenimam’ waar ik hieronder nog op terugkom, pruttelde zelfs niet tegen het krachtig door Fati naar voren gebrachte punt dat “maagdelijkheid voor het huwelijk” binnen het mohammedanisme formeel dan wel geldt voor zowel mannen als vrouwen maar in de praktijk een kwestie is die alleen voor meisjes speelt. Er was humor, er was relativering. Verschillende mensen benadrukten dat ook in de jaren 70 en 80 ‘de islam’ geen strobreed in de weg werd gelegd in Nederland.
Slavinnen en hoeren
Echt misselijkmakend was alleen het optreden van de gespreksleidster: Kirsten van den Hul. Zij kwam over als een kruising van Karen Armstrong en Joanne Rijke.
Van de vreemde ex-non Armstrong, die verdedigster werd van de islam, (hier een link naar tekst met veel lof voor haar leugen verhaal), heeft u misschien wel eens gehoord.
Johanne van Rijke moet waarschijnlijk nog in herinnering geroepen worden.
Zij was de Nederlandse journaliste die in Afghanistan gekidnapt werd door de Taliban, verkracht werd door de hoofdman en haar grote waardering er voor uitsprak dat hij niet toegelaten had dat zijn ondergeschikten haar ook verkrachtten.
Het is niet helemaal duidelijk of ze ervan op de hoogte was dat hij zich daarmee heel precies aan de woorden van de Koran hield. Vers 33:50 maakt immers duidelijk dat buitgemaakte vrouwen van de vijand tot seksslavin gemaakt mogen worden terwijl vers 24:33 toevoegt “Maak van je slavinnen geen hoeren en Allah straft slavinnen die verkracht worden door iemand anders dan hun eigenaar niet.”
Salam aleikoe
Het begon er al mee dat Van den Hul de zaal met zowel mohammedaanse als seculiere mensen van Marokkaanse achtergrond in het Arabisch begroette met de uitdrukking die onder mohammedanen gemeengoed is.
Terloops liet ze later weten dat ze soms met en soms zonder hoofddoek door het leven ging …
Toen het programma afgelopen was, richtte ze zich tot een jongetje van een jaar of vijf om hem uitbundig te prijzen over zijn rustige gedrag gedurende de avond. Er zat iets buitengewoon, bijna racistisch neerbuigends in. Toen ze vroeg of hij haar een handje wilde geven, volgde een jonge man, misschien zijn vader, inmiddels ook de conversatie. Hij zette haar op haar plaats met zijn uitspraak dat het jongetje een kus van haar wilde. Ik betwijfel of de boodschap bij haar doordrong.
Veel erger was haar opmerking over die jongeren-imam die ook in het forum zat. Ze gebruikte zijn voornaam maar zei erbij dat haar dat moeite kostte omdat ze “uit respect” tegen een imam altijd vanzelf ‘u’ zei …
De jongeren-imam
Nu was die imam een nogal speciaal geval. De eerste indruk die hij maakte was die van een fundamentalist van een jaar of vijftig. Hij was erg dik, liep in een mannenjurk en op instapsandalen en hij had een baard.
Zijn lichaamstaal paste ook bij dat imago.
Toen ik beter keek drong tot me door dat hij waarschijnlijk nog geen dertig was. Hij zou eigenlijk een toespraak houden, maar vanwege de tijdsdruk werd dit ter plekke omgezet in een klein interview door dezelfde Van den Hul.
Ze leidde de jongeman in met de opmerking dat de dominee die zij uit haar jeugd kende in haar ervaring het beste wist wat er in de maatschappij speelde: de imam was vast ook zo’n man …
Ondanks die veer in zijn achterste, zag je daarna hoe zijn zorgvuldig gecultiveerde imago van de wijze imam – hij bedankte iemand uit de zaal voor diens vraag, de toon van zijn zinnetjes was een en al kalmte en waardigheid – zijn zwakke intellectuele vermogens niet konden maskeren.
En hij was opmerkelijk eerlijk!
Op de vraag wat nu eigenlijk de kracht uitmaakte van “de moslimgemeenschap in Nederland” antwoordde hij dat van hem natuurlijk nu verwacht kon worden dat hij daar onmiddellijk een goed verhaal op kon geven maar dat hij er toch over moest nadenken…
Hij spreekt over zijn klasgenoten (!) en herhaalt steeds dat “de bewustwording nog op gang moet komen”. Hij vervalt voortdurend in herhalingen.
Nadat ook de zwaktes, kansen en bedreigingen aan de orde zijn gekomen – waarbij steeds het antwoord de strekking heeft dat er nog van allerlei goeds kon komen “als maar” – weet hij zich aan het einde van het interview weer iets te herinneren van zijn voorbereiding: bij de recente ongeregeldheden in Culemborg was het niet de burgemeester geweest die voor een uitweg had gezorgd maar de Marokkanen hadden dat gedaan. En de Molukkers voegde hij er na een korte pauze aan toe.
Alleen op zijn opmerking dat “de orthodoxie ook een plaats verdient in Nederland” zou ik hem hard aangevallen hebben wanneer hij die opmerking gemaakt had op een andere plaats en tijd dan deze. Ik wilde het “feestje van Fati” echter niet verstoren.
Van den Hul was ook degene die aan het einde van de avond als eerste Geert Wilders ter sprake bracht. Ze wilde nog even wat kwijt over haar eigen project: mensen oproepen vooral toch te gaan stemmen. “Als we niet gaan stemmen” dan kon dat uitpakken in het voordeel van de PVV.
Op betuttelracistische toon voegde ze er aan toe: “En dat willen jullie toch niet?”
Wilders kwam nog een tweede keer ter sprake. Historica Nadia haalde op volstrekt superieure wijze uit tegen de Wilders-bashers. Hoewel niet alle aanwezigen dit zullen hebben opgemerkt. Ze verhaalde van een bijeenkomst waar ze met oudere allochtone vrouwen gesproken had over politiek. Ze had hen gevraagd of ze wel eens van Geert Wilders hadden gehoord. Nee, dat hadden ze niet. Van den Hul kraaide al victorie.
De historica voegde er echter aan toe dat de vrouwen in hun eigen uitspraken prima aansloten bij de denkbeelden van Wilders: ze hadden het over strenge straffen en over het uitzetten van criminelen! Au.
De enige andere aanwezige (naast Van den Hul) die helemaal ging voor de slachtofferrol – criminele jongeren zijn crimineel omdat ze geen stageplaats krijgen – bleek de Woerdense lijsttrekster te zijn van een moslimpartij. Ze kreeg een halfhartig, zeg maar beleefd applaus.
Bij een andere bijeenkomst waar ik af en toe aan terugdacht, was ik zelf aanwezig.
Het was kort voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Het Utrechtse partijtje Luis In De Pels had een bijeenkomst belegd met de expliciete doelstelling allochtonen de gelegenheid te bieden hun aanklachten te laten formuleren.
Die kwamen echter maar niet.
Ook hier waren strak gehoofddoekte jongedames aanwezig. De wanhopige autochtone gespreksleider vroeg of zij niet anders bekeken werden nu ze een hoofddoek droegen. Ook toen ontwapenende eerlijkheid. Een van de meisjes gaf aan dat ze in de bus inderdaad anders tegemoet getreden werd sinds ze de doek droeg: vriendelijker. En daarmee doelde ze niet op de houding van mohammedaanse mannen maar van autochtone mannen en vrouwen …
Van 2017 tot 2021 zat Van den Hul in de Tweede Kamer voor de PvdA.
Arabische Lente liefde
Op haar Linkedin pagina staat vandaag als haar laatste nieuwe ‘ervaring’ vermeld dat ze columnist is bij het blad ‘de Kanttekening’. Wikipedia schrijft over dat blad:
De Kanttekening is een Nederlandstalige nieuws-, achtergrond- en opiniewebsite en maandblad, in 2012 opgericht onder de naam Zaman Vandaag door sympathisanten van de Turkse intellectueel Fethullah Gülen.
O wacht, Gülen: die oude maat van de Turkse Leider Erdowahn, die hem op een gegeven moment het land uitjoeg.
Hoofdredacteur van dit blad is de Turk Mehmet Cerit.
Van den Hul is volgens dit artikel in de Libelle getrouwd met een Egyptische moslim die 12 jaar jonger is dan zij: Ibrahim Deraz. Ze leerde hem kennen dankzij die zogenaamde Arabische Lente. (link naar nogal prikkelende tekst van mijn hand over de mohammedaanse herfst, uit mei 2011)
Het Libelle artikel vermeldt ook dat hij haar niet mishandelt, zoals haar vorige echtgenoot deed …